Afnemende steun tram Hasselt-Maastricht

19 januari 2021

In De Limburger van dinsdag 12 januari jl. lazen we het bericht “Hasselt plaatst vraagtekens bij sneltram” waarin de burgemeester van Hasselt zich openlijk afvraagt of de sneltram Hasselt-Maastricht niet een gepasseerd station is.

In Het Belang van Limburg stond zaterdag een vergelijkbaar artikel “Steun voor komst van sneltram in Hasselt-centrum verdampt”. Geen enkele bestuurspartij in Hasselt staat er nog achter.

Burgemeester Vandeput spreekt zelfs uit dat hij op zoek wil naar een ‘duurzamer alternatief voor een logge sneltram’ en schrijft over meerdere, ernstige twijfels bij zowel tracékeuze als de keuze van het vervoersmiddel.

Op sociale media vraagt de wethouder van Mobiliteit Marc Schepers zich eveneens af of de tram nog wel de juiste keuze is.

In de Raadsinformatiebrief van november 2020 stelt wethouder Krabbendam evenzo stellig dat ‘de ongewisse situatie in Hasselt niet tot vertraging mag leiden, niet tot meerkosten aan Nederlandse zijde en geen negatieve effecten op het reizigerspotentieel.’

Dit leidt bij PvdA Maastricht tot de volgende vragen:

  1. De uitspraken en duidelijke wensen van burgemeester en wethouder van Hasselt hebben echter wel degelijk invloed op het reizigerspotentieel.
    Wat zijn de gevolgen (in aantallen reizigers) van deze wijziging van het tramtracé in Hasselt?
  2. In de afsprakenlijst van het bestuurlijk overleg (BO) van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) van 25 en 26 november 2020 staat dat afgesproken is (tussen het rijk en de regio) dat de verlengingstermijn voor het realiseren van de tram Hasselt-Maastricht nog eenmalig verlengd wordt, tot 31 december 2026.
    Er staat eveneens dat dit de laatst geboden verlengingsmogelijkheid is.
    Kunt u garanderen dat deze termijn gehaald wordt, vooral nu in het stadsbestuur van Hasselt wordt aangedrongen op een ander tracé en zelfs andere vervoersmodaliteit?
  3. In diezelfde afsprakenlijst van het BO van het MIRT is opgenomen dat – indien de realisatietermijn niet wordt gehaald – de AROV-overeenkomst (Actieprogramma Regionaal Vervoer) wordt ontbonden en terugvordering of verrekening van middelen het gevolg zal zijn.
    Wat zouden op dit moment de financiële consequenties zijn?
    Wat is het bedrag dat aan het rijk terugbetaald moet worden?
  4. In de RIB van november schrijft u dat ten aanzien van de projectfinanciën geen bijzonderheden te melden zijn en dat ook de actualisering van het risicodossier geen gevolgen heeft voor de post onvoorzien. Het project is dus binnen budget (tot november).
    Hoeveel van het budget is tot nu toe uitgegeven en hoeveel resteert nog?
  5. Tijdens eerdere debatten heeft de wethouder gezegd stevig in te zetten op internationale verbindingen. In het BO MIRT zien wij geen enkele actie op dat gebied terug. Hoe komt dat?