Nadat PvdA, PVM en 50Plus op woensdag 15 juli jl. vragen hadden gesteld over de burgerparticipatie inzake de renovatie van de Tongerseweg, kwam direct een dag later het antwoord van het stadhuis. Naar aanleiding van die beantwoording stellen we het college de volgende vervolgvragen.
1. In het antwoord op vraag 3 schrijft u “Tot de informatieavond hadden ons echter geen signalen hierover bereikt”. Het betreft hier signalen over andere varianten of oplossingen voor de Tongerseweg dan de voorgestelde varianten 1 en 2. Echter, in een mail d.d. 13 juli wordt aangegeven dat er al meerdere vragen over variant 5 zijn binnengekomen. Waarom stelt u dan dat er geen signalen over andere varianten bij u bekend waren voor de informatiebijeenkomst?
2. U verwijst – onder meer in antwoorden op vragen 3, 4, 5 en 6 – naar het afwegingsproces dat is doorlopen met de werkgroep. Hierover hebben we de volgende vragen:
- a. Klopt het dat er begin mei in de kleine werkgroep nog sprake was van varianten 2 en 5 aan de brede omgeving voorleggen?
- b. Heeft u in overleg met en met goedkeuring van de kleine werkgroep besloten door te gaan met varianten 1 en 2, of is deze werkgroep slechts medegedeeld in overleg met u dat variant 5 was afgevallen?
- c. Klopt het dat de kleine werkgroep dit pas heeft begrepen toen u de twee opties aan de pers bekendmaakte op 26 juni jl.?
- d. Klopt het dat de uitgebreide uitleg over het laten vervallen van variant 5 níet bij de werkgroep terecht is gekomen, maar bij de verkleinde werkgroep?
- e. Kunt u aangeven wanneer u precies aan de grote werkgroep heeft aangegeven dat variant 5 afviel en met welke redenen?
3. Hoe is de kleine werkgroep tot stand gekomen? Klopt het dat de deelnemers hierin slechts op persoonlijke uitnodiging van de ambtenaar tot dit overleg zijn toegetreden? Waarom heeft u de grote werkgroep niet gevraagd uit hun midden een vertegenwoordiging te kiezen? Klopt het ook dat de deelnemers van deze werkgroep zich onthouden hebben van een concrete mening c.q. keuze over welke variant het beste zou zijn?
4. In licht van bovenstaande twee vragen: kunt u ons uitleggen hoe het werken met een kleine vertegenwoordiging van de formele vertegenwoordiging rijmt met het “werken aan optimaal draagvlak door samen met een uitgebreide vertegenwoordiging van bewoners te komen tot de inhoudelijk meest wenselijke en praktische meest haalbare varianten” (zie antwoord 5)?
5. U schrijft in antwoord 3: “Als mensen geen keuze willen of kunnen maken, omdat hun voorkeur naar een andere variant of oplossing gaat, dan kunnen ze dit melden”. Bent u het met ons eens dat sommige mensen misschien geen keuze willen of kunnen maken omdat het hen gewoon niet uitmaakt welke variant het wordt? Waarom geeft u dan geen optie op het stemformulier om zo’n mening te geven (bijvoorbeeld door ‘geen voorkeur of ‘anders’)? Bent u het met ons eens dat uw Google Doc formulier mensen dwingt een voorkeur te maken tussen variant 1 en 2 en dat uit dit formulier nergens blijkt dat mensen met een andere voorkeur bij u terecht kunnen?
6. Bent u het met ons eens dat uit de website www.gemeentemaastricht.nl/tongerseweg nergens blijkt dat mensen met een voorkeur voor een andere variant ook deze mening kunnen geven? Bent u het met ons eens dat onderstaande vragenlijst niet echt uitnodigend werkt voor het simpelweg aangeven dat je het niet eens bent met variant 1 of 2 (zie foto hieronder)?
Bron: https://www.maastricht.praatmee.nl/reconstructietongerseweg/
7. Uw antwoord op vraag 2 roept bij ons vragen op over het vervolgproces: u geeft aan dat de raad een eventueel duidelijk signaal over variant 5 zou oppikken. Hoe ziet u dit voor zich? Gaat u de raad dezelfde keuze voorleggen met alle inspraakreacties? Aangezien u de raad voorziet van een voorstel, is onze vraag hoe de signalen en reacties bij de raad terecht moeten komen?
8. Kunt u precies schetsen hoe het vervolgproces eruitziet na het sluiten van de peiling? Wat voor soort voorstel gaat u de raad precies voorleggen? Verschillende varianten ter keuze of komt u met één scenario?
9. U geeft aan in uw antwoord op vragen 10 en 11 dat iedereen een stem kan uitbrengen op het ontwerp Tongerseweg maar denkt u dat zich dat beperkt tot (direct) omwonenden. Op de informatieavond gaf u aan dat u een weging overweegt zodat stemmen van omwonenden sterker meetellen dan van mensen verder uit Maastricht en omgeving. Kunt u aangeven hoe u die weging gaat inzetten? Welke formule heeft u hiervoor bedacht?
Het doel van dit project is de vrachtwagenoverlast te verminderen, dit geeft uw raadsvoorstel nr. 92-2019 ook duidelijk aan. Zoals u ook bekend zijn het vooral de trillingen die vrachtwagens veroorzaken die de basis vormen van de overlast.
10. Bent u het met ons eens dat de vormgeving die u kiest (opzettelijk aangebracht hoogteverschil) juist trillingen zal blijven veroorzaken? Bent u van mening dat u dit gegeven duidelijk aan omwonenden gecommuniceerd hebt?
11. Bent u, gezien het gegeven in vraag 9, van plan om fundering extra aan te pakken om doorgeven van trillingen te voorkomen?
12. Klopt het dat in het droogdal per definitie wordt gekozen voor variant 1 en u op meerdere wegdelen aanstuurt op variant 1 omdat dat daar de enige optie is? Waarom wordt variant 2 dan nog aangeboden en waarom is variant 5 dan uitgesloten?
13. Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn van de 30 km/uur zone voor een stuk van tweehonderd meter ter hoogte van de dorpskern en de overgangen naar 50km/uur zones wat betreft luchtvervuiling en geluidsoverlast van optrekkende en remmende tractoren en vrachtwagens?
14. In aansluiting op uw antwoord van vraag 14: Klopt het dat het Shared Space principe niet werkt voor een gebied, een weg of een straat die primair dient voor de afwikkeling van verkeer? (https://www.crow.nl/downloads/documents/kpvv-kennisdocumenten/shared-space-het-concept-en-zijn-toepassing pagina 16) Is het dan niet logischer om ook juist het vrachtverkeer te ontmoedigen in plaats van u alleen te richten op technische oplossingen in het wegdek?
15. Tijdens de informatiebijeenkomst van 14 juli jl. gaf u aan dat u wilt proberen de bomen bij de begraafplaats te behouden. Wij dachten dat onderzoek in 2017 al heeft uitgewezen dat de bestaande bomen eventuele vervanging van de fundering niet zouden overleven. Klopt onze gedachte? Moeten wij uit uw opmerking dan concluderen dat u op dat deel van de weg niet voornemens bent de fundering te vervangen? Zo ja, waarom bent u dit niet van plan en heeft u onderzocht of dit op een later moment niet alsnog nodig is?
16. Ook gemeente Maastricht zal moeten voorzien in een elektrische laadinfrastructuur. U bent daar op plekken in de stad ook al mee bezig. Hoe neemt u dit mee voor de Tongerseweg? In uw Handboek Kabels & Leidingen staat namelijk dat in nieuw aangelegd straatwerk in de eerste vijf jaar geen werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Hoe bent u van plan deze infrastructuur vorm te geven?
17. U gebruikt het behoud van de ‘Napoleonsbaan’ als argument. Klopt het dat dit behoud helemaal niet als randvoorwaarde is benoemd in het overleg met de werkgroep?
18. Wat zijn volgens u de minimale randvoorwaarden om tegenmoet te komen aan de historische structuur van de weg? Wanneer wordt daar dusdanig vanaf geweken dat een variant niet mogelijk is? En waarom heeft u variant 5 dan uitgewerkt en voorgelegd aan de bewoners terwijl u wist dat u zich aan de historische structuur van de weg wilde houden?