Eerder stelde de PvdA het college artikelvragen over de situatie bij het Sint-Maartenscollege, omdat de school niet te spreken was over een betalingsverzoek van de gemeente voor het gebruik van de gemeentelijke sportvelden. De PvdA heeft de antwoorden op deze eerdere artikelvragen aandacht bestudeerd en uitvoerig besproken met het veld.
Gelet op het feit dat sommige vragen gewoon niet beantwoord worden en andere vragen beantwoord zijn op een wijze die volgens de mensen uit het veld niet overeenkomt met de werkelijkheid, voelen wij ons geroepen om vervolgvragen te stellen. Wij hechten er aan bij het college aan te geven dat zowel het Sint-Maartenscollege als de PvdA de door u gegeven beantwoording van onze vragen, als zeer onbevredigend hebben ervaren.
Maren Slangen en Didier Jacobs stelden daarom de volgende 6 vragen. Deze zijn alle, in deze volgorde, een vervolgvraag op de vragen in eerste aanleg.
1. Eerder vroegen wij u hoe de regels die aan het betalingsverzoek ten grondslag liggen, precies luidden. Uw antwoord was helaas nogal kort; u noemt enkel de 2 raadsbesluiten die aan het betalingsverzoek ten grondslag liggen. Bij uw antwoord gaat u totaal niet in op hetgeen wij in de inleiding van onze artikelvragen hebben aangesneden, namelijk het feit dat de school aangeeft dat navraag bij de juridische afdeling van de Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) leert dat de regels landelijk zo worden geïnterpreteerd dat de gemeente gedurende 8 weken sportvelden ter beschikking stelt om niet, indien de school niet beschikt over een eigen terrein en buitensport in het verplichte programma van toetsing en afsluiting heeft staan.
Kunt u nader ingaan op de stelling van het Sint-Maartenscollege, dat de regels zo geïnterpreteerd zouden moeten worden zoals door de school gesteld? De door u aangedragen gemeenteraadsbesluiten kunnen op zichzelf immers niet dienen als voldoende grondslag voor het betalingsverzoek, zoals ook blijkt uit het feit dat de betreffende school niet eerder heeft betaald voor het gebruik van de sportvelden.
2. U geeft helaas geen antwoord op vraag 2, daarom stellen wij de vraag hier dan nogmaals. Wij gaan er van uit dat onze vragen nu wel beantwoord worden.
Klopt het dat er in eerste aanleg kosten met terugwerkende kracht in rekening gebracht zijn? Zo ja, hoe is het mogelijk dat er een dergelijk onredelijk betalingsverzoek door een gemeentelijke organisatie wordt neergelegd bij een instelling in onze stad? Deelt u de mening van de PvdA dat dit niet meer mag voor komen?
Wij verzoeken u hierbij vriendelijk doch dringend in te gaan op hetgeen door de school aan ons is medegedeeld in reactie op uw eerdere antwoord. De school geeft namelijk aan dat er een onprettig gesprek heeft plaatsgevonden met 3 vertegenwoordigers van Maastricht Sport, waarbij te kennen is gegeven dat er binnen 2 dagen een urenregistratie moest zijn van de achterliggende periode (15-8 t/m 30-9) en dat daar met terugwerkende kracht een factuur over betaald zou moeten worden tegen de geldende tarieven voor de buitenverhuur. De school geeft nadrukkelijk bij de PvdA aan dat dit betalingsverzoek pas is teruggedraaid nadat zij hadden aangegeven dat dit juridisch gezien geen houdbaar verzoek was. Het terugdraaien van dit betalingsverzoek is volgens het Sint-Maartenscollege dan ook niet uit eigen beweging uitgevoerd. Dit lijkt haaks te staan op het door u gegeven antwoord dus wij zien graag een antwoord tegemoet dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
3. Ook deze vraag wordt tot onze teleurstelling niet beantwoord. U verwijst slechts naar de beantwoording van vraag 2. Echter hebben we van deze vraag al kunnen zien dat deze beantwoording te wensen overlaat. Daarom nogmaals de vraag die wij eerder als vraag 3 hebben gesteld. Wij gaan er van uit dat u deze vraag dit keer wel op een normale wijze beantwoordt.
Klopt het dat het Sint-Maartenscollege in voorgaande jaren niet heeft moeten betalen voor het gebruik van de sportvelden? Waarom worden de exploitatiekosten nu wél in rekening gebracht?
Wij verzoeken u bij de beantwoording van deze vraag in te gaan op de stelling van het Sint-Maartenscollege dat er nooit eerder betaald is voor het gebruik van gemeentelijke sportvelden. Wel geeft de school aan dat er in de afgelopen 10 jaar 3 keer een gesprek heeft plaatsgevonden met Maastricht Sport (of de gemeentelijke sportafdeling, in de tijd dat Maastricht Sport nog niet bestond). Hiervan was telkens de uitkomst dat de sportvelden gebruikt mochten worden om het buitenprogramma te draaien, en wel 6 weken vóór de zomervakantie en 6 weken ná de zomervakantie. Dit gebeurde om niet. De grote vraag is en blijft dus waarom de kosten eerst niet, en nu wél in rekening gebracht worden.
4. Wij hebben u gevraagd of het klopt dat er, zoals gesteld door de school, in eerste aanleg andere bedragen zijn gevraagd dan in een later stadium toen de school zich verzet heeft tegen het betalingsverzoek. U stelt in uw beantwoording dit niet te kunnen onderschrijven.
In ons overleg met het Sint-Maartenscollege geven zij echter aan dat dit niet in overeenstemming is met de feiten. Zij noemen dit antwoord zelfs een pertinente leugen. Zij hebben ons mailverkeer laten zien waarbij er in de mail van 30 september andere bedragen worden genoemd dan in de mail van 9 oktober. In laatstgenoemde mail, welke dus is gestuurd nadat de school zich heeft verzet tegen het betalingsverzoek, wordt zelfs expliciet gesproken over het feit dat er een bepaald tarief van 26,98 euro, dat alle reguliere gebruikers verder nog dienen te betalen, niet in rekening gebracht zal worden bij het Sint-Maartenscollege. U kunt zich voorstellen dat dit de nodige vragen bij ons oproept.
Wij verzoeken u in dit licht dan ook dringend om nogmaals te reflecteren op onze vraag en uw eerdere antwoord daarop.
5. U gaat niet in op onze vraag hoe u de patstelling gaat doorbreken. Immers geeft het Sint-Maartenscollege aan niet te gaan voldoen aan het betalingsverzoek. Een antwoord dat er op neerkomt dat de leerlingen dan maar geen bewegingsonderwijs krijgen, vinden wij niet passen bij een stadsbestuur.
Wij vragen u dan ook nogmaals wat u als college gaat doen om deze patstelling te doorbreken?
6. Ook deze vraag wordt helaas niet (volledig) beantwoord. U stelt dat zowel het UWC als de Bernard Lievegoedschool, zowel in het huidige als voorgaande jaren, voor een volledig schooljaar, een veld huren van Maastricht Sport. Voor dit jaar zou dit per school uitkomen op een bedrag van 1.996,05 euro. U gaat echter niet in op onze vraag om deze kosten te vergelijken met de bedragen die bij het Sint-Maartenscollege in rekening gebracht hadden moeten worden(conform uw eigen uitgangspunten)/in rekening gebracht gaan worden.
Het Sint-Maartenscollege geeft aan dat de rekening voor deze school neer zou komen op een bedrag van iets boven de 600 euro. Dat is een enorm verschil met hetgeen in rekening is gebracht bij zowel het UWC als de Bernard Lievegoedschool.
Sinds wanneer betalen deze 2 scholen voor het gebruik van sportvelden? Hoe verklaart u het feit dat deze 2 scholen, verkerend in dezelfde omstandigheden als het Sint-Maartenscollege, wél moeten betalen voor sportvelden en het Sint-Maartenscollege niet (in voorgaande jaren)? Deelt u de mening van de PvdA dat dit een beeld oproept van het in rekening brengen van kosten niet gebaseerd zijnde op een duidelijke, transparante en eerlijke wijze?
De PvdA heeft tijdens de informatieronde over de begroting bovendien gevraagd waarom het voortgezet onderwijs nergens terugkomt in de gemeentelijke plannen over sport. Uw schriftelijke reactie in de memorie van antwoord is als teleurstellend ervaren. Uit uw antwoord blijkt duidelijk dat u er bewust voor kiest om in ons gemeentelijk sportbeleid geen aandacht te schenken aan leerlingen in het voortgezet onderwijs. Dan hebben we het dus over bijna 6000 kinderen. Dit terwijl we als Maastricht al laag scoren ten opzichte van de rest van Nederland als het gaat over sport, bewegen en gezondheid. Bovendien stoppen de meeste kinderen met sport en beweging rond hun veertiende levensjaar, zo blijkt uit gegevens van de GGD. Wij begrijpen van mensen uit het veld dat het voortgezet onderwijs tot een jaar of 7 geleden wel onderdeel uitmaakte van het gemeentelijk sportbeleid.
In dit kader heeft de fractie van de PvdA dan ook de volgende aanvullende vragen aan het college.
7. Kunt u aangeven wanneer en waarom er jaren terug besloten is om geen aandacht meer te schenken aan sport en beweging in relatie tot het voortgezet onderwijs? Waarop is deze keuze gebaseerd? Welke plannen waren er, wat werd er uitgevoerd en waarom is besloten deze plannen niet meer uit te voeren? Volgens mensen uit het veld heeft er nooit een evaluatie plaatsgevonden met mensen uit het voortgezet onderwijs. Klopt dit?
8. Bent u bereid het gesprek aan te gaan met mensen uit het veld om in gezamenlijkheid te kijken hoe ook het voortgezet onderwijs