Tijdens de behandeling van het startdocument Ontwikkeling centrum De Heeg stelde Henri Borgignons, burgerlid PvdA, het college een aantal vragen over de mogelijke gevolgen die de uitspraak van de HR deed op 26 november 2021 (Didam-arrest, ECLI:NL:HR:2021:1778).
De wethouder antwoordde dat het college de raad al op de hoogte heeft gebracht van het arrest en de gevolgen daarvan met een Raadsinformatiebrief van 27 januari 2022.
Deze brief geeft evenwel geen antwoord op de vragen die zijn gesteld. Daarom leggen PvdA, SPM en VVD deze vragen nogmaals aan het college voor. De antwoorden zien de vragenstellers graag tegemoet voor de behandeling van het voorstel in de raadsvergadering op 31 mei.
1. Is rekening gehouden met dit arrest in de verdere ontwikkeling van het Centrum in De Heeg?
2. Kan dit arrest een ander licht werpen op deze ontwikkeling?
3. Is het redelijkerwijs te verwachten dat er meerdere gegadigden voor het stuk grond zullen
zijn? Hierbij verwijzend naar de rechtsoverweging 3.1.4 van het arrest?
4. Gaat u conform de rechtsoverweging 3.1.5. van het arrest de grond ook openbaar aanbieden
teneinde gelijke kansen te realiseren?
5. En wat kunnen de gevolgen zijn voor de ontwikkeling van het centrum als er zich inderdaad
een andere geïnteresseerde meldt?
6. Heeft zich inmiddels een andere gegadigde voor het stuk grond gemeld?
7. Indien sprake is van de situatie geschetst in de rechtsoverweging 3.1.6. van het arrest, op
welke manier heeft u of gaat u voldoen aan deze rechtsoverweging?