Sociaal domein: PvdA houdt vinger aan de pols met monitor, burgerpanel en helpdesk
Maastricht doet het sociaal-economisch nog niet goed. Er staan teveel mensen aan de kant die zouden kunnen werken. Bijna vijftienduizend burgers in de arbeidzame leeftijd ontvangen een uitkering. De meesten – 4307 Maastrichtenaren – zitten in de bijstand, daarna volgt de wao (3209), de ww (2703), de wia (2196) en de wajong (ook 2196).
Deze gegevens, van september 2014, onderstrepen dat er veel werk aan de winkel is. Hoe krijgen we meer mensen aan de slag? En hoe krijgen we het voor elkaar dat zorg en begeleiding, nu de gemeente daarvoor zelf verantwoordelijk wordt, goed op poten komen te staan?
Zes colleges – van de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul – gaan hiervoor samen beleid maken, in Sociaal Domein Maastricht-Heuvelland.
Het Maastrichtse stadsbestuur wil ook investeren in nieuwe sociale initiatieven. Hiervoor wordt een Sociaal Investeringsfonds opgericht, waarvoor 2,5 miljoen euro wordt uitgetrokken. Om de burger in dit proces een duidelijke positie te geven wordt in samenwerking met de Universiteit Maastricht in 2015 een Buurtburgertop georganiseerd in de buurten van Maastricht-Noord-West.
Op lokaal niveau gaat Maastricht helpen door te groeien naar een passende aanpak in de buurt Wittevrouwenveld/Wyckerpoort. Dit vloeit voor uit de proeftuin Caberg/Malpertuis. De proeftuin was erop gericht om ervaring op te doen met de nieuwe manier van werken in het Sociale Domein. Ervaringen uit de proeftuin zullen gebruikt worden bij de implementatie van de decentralisaties in het sociale domein.
Parallel aan het proces van de wijken wordt met de invoering van de Wet werken naar vermogen(Wwnv) gezocht naar aanpassing voor governancestructuur MTB en de daarmee gelieerde organisaties; bijvoorbeeld Stichting Phoenix, Podium24, Annex bv en prolabor.
Deze ontwikkelingen worden samen gedaan, om te ervaren, verbeteren en innoveren. Samen met de uitvoerders, cliëntenraden, vrijwilligers, mantelzorgers, adviescommissies, de gemeenteraden en de portefeuillehouders en directeuren van verschillende instanties. Hiervoor zijn panels samengesteld waarmee we voor de zomer nieuw beleid gaan ontwikkelen. In deze panels worden verschillende thema’s uitgewerkt: preventie en vroegsignalering, armoedebeleid, (beschutte) arbeid, informele zorg (vrijwilligerswerk) en hulp in het huishouden.
Alle reden voor de PvdA om de vinger aan de pols te houden. Zo kunnen we bijsturen bij de uitvoering. Belangrijk is ook of de instanties over de grens van hun eigen organisatie heen willen of durven te denken.
Wat wij ook van het proces vinden, het heeft een aantal interessante discussies op gang gebracht binnen de gemeenteraadsfractie en onze pas gestarte Werkgroep Participatie.
Deze werkgroep wil zich verdiepen in de verschillende aspecten van zorg en welzijn op wijkniveau: hoe kan een buurt zich zo organiseren dat deze voor een deel zelf door de burgers kunnen worden ingevuld?
Wat is hiervoor nodig, wat is de rol van de gemeente, welke vrijheid is er, welke rol kan een wijkcentrum in opzet en uitvoering spelen, heeft de gemeente al een visie hierop, zijn er al stappen?
Uit die gesprekken zijn belangrijke lessen te trekken. De zorg moet goed zijn, zodat burgers het beste uit zichzelf kunnen halen. Want we laten zieken en zwakkeren niet aan hun lot over, maar steunen hen actief. Ook voor hen geldt: we zijn in de buurt. We mogen ook niet accepteren dat er nog steeds vele burgers zonder passende zorg teleurgesteld zitten te wachten op beslissingen over hun situatie.
Om vat te krijgen op zulke situaties krijgt Maastricht op voorstel van de PvdA een burgerpanel en een helpdesk voor het nieuw zorgsysteem.
De transformatie van het Sociaal Domein Maastricht-Heuvelland staat feitelijk nog in de kinderschoenen. Voor Maastricht als centrumstad is het van groot belang dat er een goed en actueel zicht komt op de ontwikkelingen bij alle verbonden partijen en dat specifieke risico’s door een betrokken partij zelf worden opgelost.
We zullen daarom als PvdA een monitor opzetten, waarmee kan worden gemeten hoe een en ander zich ontwikkelt. Daarbij houden we zowel de voortgang van de uitvoering met andere gemeenten in de gaten als het effect: worden de maatschappelijke doelen bereikt?
Zo kunnen we kritisch en realistisch bekijken hoe we elkaar kunnen helpen en versterken. De uitvoeringstak van instanties en zijn partners staan uiteindelijk aan dezelfde kant, wij raadsleden zijn sociale gangmakers met dezelfde opdracht: mensen met een arbeidsbeperking aan werk helpen.
Natuurlijk proberen we onze opvattingen in de samenwerking te verwezenlijken, maar minstens zo belangrijk is dat we van elkaars werkwijzen en inzichten leren. Om de schakels in deze keten nog beter op elkaar afstemmen. Wat hebben we daarbij nodig en waar kunnen we beter gebruik maken van elkaars expertise? En hoe maken we samen de decentralisatie meer bekend? Want bij grote en ingrijpende beslissingen is maatschappelijk draagvlak van groot belang.