De PvdA heeft met verbazing kennisgenomen van de Raadsinformatiebrief van 16 oktober, waarin het college stelt dat het heeft ingestemd met openstelling van de winkels op Tweede Kerstdag.
In 2015 en 2016 hebben er stevige discussies plaatsgevonden in de gemeenteraad over het voorstel om winkels ook op Tweede Kerstdag open te stellen. Toen bleek er nauwelijks draagvlak te zijn, ook niet onder de ondernemers. Mede gelet op de gevoeligheid van de maatschappelijke en politieke discussie over dit onderwerp, is het voorstel uiteindelijk ingetrokken. Ondanks deze voorgeschiedenis ploft er nu dus gewoon een RIB op onze mat met een zeer matige onderbouwing (1). Bovendien een onderbouwing waar gelet op allerlei belangen die rond Corona spelen nogal het nodige valt af te dingen.
De fractie van de PvdA vindt er wel wat van dat er in dit zware en heftige jaar op Tweede Kerstdag van werknemers wordt gevraagd om maar weer een offer te brengen. Alhoewel ook het belang van de ondernemers ons aan het hart gaat, vragen wij ons ten zeerste af in hoeverre de toeloop van grote aantallen bezoekers (nodig om openstelling überhaupt rendabel te maken) te rijmen valt met het feit dat we vanwege Corona grote aantallen mensen bij elkaar juist moeten voorkomen. De PvdA ziet liever dat de gemeente ondernemers tegemoet komt met het verlagen c.q. vrijstellen van belastingen dan extra publiek naar de binnenstad proberen te trekken tijdens deze pandemie.
Naast inhoudelijke overwegingen valt er tot slot ook juridisch een en ander af te dingen op dit collegebesluit. Het college verwijst namelijk naar de hardheidsclausule in de Verordening Winkeltijden Maastricht 2015, echter kan het college deze bevoegdheid alleen gebruiken voor bevoegdheden die bij het college liggen en niet bij bevoegdheden die bij de raad liggen. Volgens de Winkeltijdenwet is de raad bevoegd en mag de raad die bevoegdheid via een verordening aan het college delegeren. In de geldende verordening Winkeltijden Maastricht 2015 heeft de raad die bevoegdheid echter niet gedelegeerd. Het college gebruikt de hardheidsclausule in de verordening, maar die kan het college alleen gebruiken voor zijn eigen bevoegdheden, niet voor de bevoegdheden van de raad.
Wij hebben dan ook de volgende vragen aan het college:
- Deelt het college de mening van de PvdA dat het een raar signaal zou zijn om, gelet op Corona, met deze openstelling in te zetten op grote hoeveelheden bezoekers in de binnenstad? Het is immers meer dan duidelijk dat openstelling alleen zin heeft voor een ondernemer als er voldoende mensen komen.
- Heeft u net als in 2016 een peiling gedaan om zo te weten hoe er over dit voorstel wordt gedacht? In 2016 bleek er immers nauwelijks draagvlak te zijn. Zo ja, wie heeft u geraadpleegd? Graag ontvangen wij de onderliggende peiling/onderzoek.
- Welke belangen heeft u bij dit voorstel afgewogen en wie heeft u daarbij betrokken?
- Hoe wordt er door de veiligheidsregio gedacht over openstelling op Tweede Kerstdag wetende dat een dergelijke maatregel een ontzettende aanzuigende werking vanuit de Euregio kan hebben met alle gezondheidsrisico’s van dien? Het verhoudt de openstelling zich tot de oproep “blijf thuis”?
- Deelt het college de mening van de fractie van de PvdA dat het besluit over de winkeltijden voor Tweede Kerstdag onbevoegd is genomen, en daarmee niet geldig is? Zo nee, op basis waarvan bent u van mening dat het college de bevoegde partij is om dit besluit te nemen?
- Vindt u het van collegialiteit getuigen wanneer u een dergelijk voorstel zonder sondering aan de raad openbaar maakt? Hoe verhoudt dit zich tot uw woorden dat we “samen aan de lat” staan in deze crisis?
