Op dinsdag 11 juli wordt door de gemeenteraad de Kaderbrief 2023 behandeld.
Lees hieronder de bijdrage van Maren Slangen, fractievoorzitter PvdA Maastricht.
Gesproken tekst geldt!
Voorzitter, dank u wel.
Voorzitter, de kaderbrief voor komend jaar heeft de titel ‘Verder werken aan veerkracht en verbondenheid’. U kunt zich voorstellen dat het woord werken in die titel bij de PvdA Maastricht natuurlijk enthousiasme oproept. Niet alleen vanwege die A in onze naam, maar daar kom ik straks nog op terug.
Het vraagt namelijk nogal wat werk. Niet alleen de ambities van dit college, maar ook het doel: veerkracht en verbondenheid. Voor alle Maastrichtenaren, tussen Maastrichtenaren onderling en tussen Maastrichtenaren en die stad die hen lief is.
Afgelopen week spraken beide burgemeesters over de trots, de fonkelende ogen die ze herkenden bij Maastrichtenaren wanneer ze over hun stad praten.
En of u mij na 12 jaar woonachtig te zijn in deze stad nu eine vaan eus of nog steeds ‘nne Hollander vindt: ik praat over niets zo lief en over niets met zoveel trots als over Maastricht.
Dat die verbondenheid hand in hand mag gaan met verscheidenheid benadrukt dit college goed in haar kaderbrief. We mogen er állemaal zijn. Maar we voelen ook de afstand tussen en onder elkaar.
Die afstand kan niet vanaf het papier verkleind of zelfs opgelost worden.
En ook niet met een stadsronde, een ronde burgerbegroting, een termijn burgerberaad of een participatiebijeenkomst over de omgevingsvisie.
Nee, voorzitter. Het is een combinatie van dat alles, mee mogen doen op een manier die bij jou past. Je verbonden voelen met een ontwikkeling in je wijk, of iets dat jou als bewoner, ondernemer of gebruiker aangaat.
Daarom is de PvdA Maastricht hoopvol over het gebiedsgericht werken en de concrete voorstellen die het college daarvoor al benoemd in deze kaderbrief.
Stadsdeelprogramma’s, een stadsdeelagenda en een stadsdeeltafel.
Maar wél met heldere en transparante verwachtingen aan de voorkant: want mee beslissen bij de burgerbegroting is nu eenmaal wat anders dan betrokken worden bij ruimtelijke ontwikkelingen.
De kern van dit gebiedsgericht werken is het hart in de wijk: met hart voor de wijk aan de slag. Welvaart in de breedste zin van het woord. Dát is wat we in onze ogen beogen met de aanpak veerkrachtige wijken.
We vinden het belangrijk dat dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid: waar inwoners het vertrouwen van óns als gemeente hebben dat zij zelf weten wat goed is voor de ontwikkeling en toekomst van de wijk.
Voorzitter, het belang van díchtbij aanwezig zijn in die wijken wordt wat ons betreft door het college erkend, maar toch willen we van het college vragen hoe dat ‘dicht bij de mensen’ nu echt vorm krijgt in Nazareth en Pottenberg.
Wat betekent het bijvoorbeeld voor gemeentelijke dienstverlening zoals deze nu bij SZMH aan de Randwycksingel is ingericht? Verhuizen die straks naar de wijk? En hoe bereiken de mensen ons wanneer ze vragen hebben? Organiseren we spreekuren in de wijk? Of inloopmomenten waar verschillende organisaties, naast onze gemeentelijke organisatie, vertegenwoordigd zijn?
We begrijpen uiteraard dat de Veerkrachtige Wijken aanpak juist betekent dat u de wensen en behoeften van bewoners gaat ophalen, maar bent u dan ook in staat om dit fysiek mogelijk te maken in de wijk?
Hoe beoordeelt u of een wijkservicepunt zoals bijv. in Malberg of Wittevrouwenveld niet vanaf de start aanwezig moet zijn in de Veerkrachtige Wijken? We hopen dat u ons gerust kunt stellen dat het niet allerlei onderzoeken, vragenlijsten en vooral – tijd – kost alvorens we deze voorzieningen in de wijk – dus dicht bij de mensen – faciliteren. Graag uw reactie hierop.
Een voor ons zeer belangrijk thema binnen de Veerkrachtige Wijken aanpak is veiligheid. Je veilig voelen in je eigen wijk, met een veilig gevoel je deur in en uit kunnen stappen, dat hoort ook bij brede welvaart.
Preventie en toezicht staan daarin centraal wat ons betreft. We vragen het college dan dus ook hoe het borgen van veiligheid en het veiligheidsgevoel een plek krijgt in de aanpak Veerkrachtige Wijken. Met welke partners werkt u samen? Hoe zijn deze partners vindbaar en benaderbaar voor bewoners?
Onlangs was de PvdA op bezoek in de wijk Wittevrouwenveld, waar we uitgebreid zijn ontvangen in het participatiehuis van Servatius.
We waren bijzonder onder de indruk: zo dicht bij de mensen, en zoveel partners die de handen ineen slaan voor de wijk.
Coördinatie, afstemming, communicatie en een heldere regisseur.
Dit gunnen we de andere wijken ook. De belangrijkste vraag daarbij is hoe het college uiteindelijk, met deze ambitie in het hoofd – zorgt dat de aanpak op het gebied van veerkracht, sociale teams en leefbaarheid nu echt op elkaar wordt afgestemd?
Voorzitter, al eerder heeft de PvdA Maastricht u gevraagd naar de veelheid van initiatieven rondom armoede in onze stad. Hebben we het overzicht nog wel?
Wie doet nu wat en wat is eigenlijk de (toegevoegde) waarde van de initiatieven, waarmee we niks te kort doen aan de inzet van al die betrokkenen en vrijwilligers.
Hoe geven we de veelheid en dichtheid van deze initiatieven een plek in de Veerkrachtige Wijken?
Zoals bekend maken we ons – net als ongetwijfeld andere partijen – veel zorgen over het te langzaam dalend aantal kinderen dat leeft in armoede. Hebt u ook voor deze groep specifieke aandacht in de Veerkrachtige Wijk?
Zij zijn immers een groep die níet meepraten of actief meedoen bij de ontwikkeling van de aanpak, maar wél de volgende generatie inwoners van Maastricht of zelfs specifiek Nazareth of Pottenberg.
Voorzitter, van veerkrachtige wijken ga ik naar veerkrachtige bruggen. Of eigenlijk meer… hoeveel kunnen ze nog aan?
Geen zorgen, ik heb geen insider knowledge dat onze bruggen bezwijken, maar doet onze stad dat niet inmiddels wel een beetje door ál die auto’s op de toegangswegen van onze stad?
Steeds vaker niet alleen op zaterdag en zondag, maar ook al op de vrijdag, staan de bruggen vol. We zijn natuurlijk graag aantrekkelijk als stad, en vinden het fijn dat zovelen van onze stad willen genieten in het weekend, maar is het niet een beetje te veel aan het worden?
Moet dat allemaal zo op die bruggen? Hoe zit het met de plannen om die auto’s aan de stadsranden te houden als de mensen naar het centrum willen?
Hoe reflecteert u nu met terugwerkende kracht op de verlegging van de Noorderbrug? Heeft het opgeleverd wat u hoopte? En wat betekent dit voor een eventuele ontwikkeling van de Kennedybrug? Of Maastricht Noord?
Met andere woorden: wanneer krijgen onze bruggen weer een beetje lucht in de weekenden? En: hoe voorkomen we dat de bruggen straks, met de ontwikkeling van Randwyck – niet de andere kant op vol komen te staan?
Want die ontwikkeling van Randwyck, dat is naast veerkrachtige wijken het grote speerpunt van dit college.
En terecht, want na jarenlang praten over vergezichten gaat dit college het doen. Met nieuw elan, in haar eigen woorden. Maar niet alleen; de waarde en onmisbaarheid van alle partners in het gebied is duidelijk. En wenselijk.
We zouden graag als kleine kanttekening bij de eerste paragraaf op pagina 15 willen plaatsen dat we de MHC niet alleen ontwikkelen tot magneet voor talent en ondernemers, maar ook voor hen in wording of dat wíllen worden.
Dat de campus een plek is om je talent te ontdekken en je ondernemerschap te beproeven: we juichen de ambities van het college toe én zullen ze met kritische nieuwsgierigheid volgen.
We drukken het college nogmaals op het hart op de omliggende buurten te blijven betrekken, ook al is hun vertegenwoordiging wellicht niet zo gestructureerd.
We zien dat het – ook al duurde het even –bijvoorbeeld in het LVO dossier heel goed werkt om de meest omliggende buurten echt als partners mee te nemen.
En als ik het dan toch nog even kort over LVO mag hebben… of liever gezegd: over de scholieren. Op allerlei manieren zijn wij als raad betrokken bij deze generatie. Wij – raadsleden, burgerleden en collegeleden – staan zelfs steeds vaker zelf voor de klas!
We merken dan dat jongeren allerlei kritische, goede vragen stellen maar ook vaak veel eigen ideeën hebben over de toekomst of inrichting van onze stad.
We zien dat de kinderraad en het jeugdlintje in combinatie met de lessen op scholen leiden tot het dichter bij brengen van de politiek bij deze groep Maastrichtse inwoners. En zij zijn immers de toekomst.
Op welke manier kan het college deze groep weer een stem geven? Zou het college hiertoe een voorstel kunnen ontwikkelen en naar de raad kunnen komen?
Voorzitter, ik had het al over de A in onze partijnaam. Arbeid. Werk. Werk. Werk. Daar zien we in Randwyck mooie kansen voor.
Want naast al die bedrijvigheid is studeren ook best hard werken – en ik heb er best een tijdje over gedaan, die studie, dus ik kan het weten…
Maar de werknemers en werkgevers van stráks zijn de studenten van vandaag.
Niet alleen aan de UM, maar zeker ook de Hogeschool en het Vista College. Die laatste ligt straks zelfs via de doorgetrokken groene loper in mooie verbondenheid en nabijheid met de campus.
We missen in de ontwikkeling van het ecosysteem nog wel een beetje de stem van die toekomstige ‘bewoners’ van de campus.
En daarom geven we u een oprecht bedoeld advies: richt een jongeren denktank in specifiek voor de ontwikkeling van Randwyck.
Een denktank waarin de mbo’ers, hbo’ers en wo’ers van nu mee denken over de campus van de toekomst.
We denken dat dit goed past in uw nieuwe elan, en daarnaast houdt het u natuurlijk als stadsbestuur ook weer verbonden met een doelgroep die van ongekend belang is voor de ontwikkeling van dit stadsdeel.
Voozitter, ik kom tot een afronding. Ik heb het gehad over veerkracht, verbondenheid en werken.
Daarmee heb ik een groot deel van de titel van deze kaderbrief van een toelichting van onze kant voorzien.
Ik heb dan het woordje ‘verder’ over. Want we beginnen niet bij nul. We gaan verder.
U gaat verder. U bent een jaar op pad en bent met veel enthousiasme, zichtbaar in de stad. U bent er nog niet, maar dat zou ook maar saai zijn. Dus namens de PvdA Maastricht wens ik u succes met dit mooie kader. Wij kleuren het graag met u in.