Bijdrage Begroting 2025

12 november 2024

PvdA Maastricht fractievoorzitter Maren Slangen sprak tijdens de raadsvergadering over de Begroting 2025 op 12 november de volgende bijdrage uit in eerste termijn. Zij diende twee brede en belangrijke moties in over structurele gezondheidsachterstanden en extra geld voor armoedebeleid.

Het gesproken woord geldt.

Voorzitter, dank u wel.

Dit jaar moest ik even denken wat vandaag met u en mijn collega’s te delen. Het is nogal wat om 300 pagina’s in tien minuten samen te vatten en dat ook nog eens te voorzien van standpunten bij de verschillende thema’s en voorstellen. Het blijft toch een wonderlijk iets, zo’n begrotingsdag.

Maar aan de hand van twee inspiraties die ik afgelopen weken opdeed lukte het me om de zin van zo’n papieren boekwerk van ruim 300 pagina’s weer in te zien en te zien dat deze papieren tijger echt wel wat betekent voor iedereen in deze stad.

Voorzitter, twee dingen waar ik eigenlijk beide even verdrietig als hoopvol en gemotiveerd van werd. Het contrast tussen de twee kan op het eerste gezicht wellicht bijna niet groter, maar ik daag u uit aan het eind van mijn verhaal de rode draad te herkennen. De eerste inspiratie is het boek Misschien moet je iets lager mikken, van Milio van de Kamp. Ik hoop bij velen van u al bekend, en voor wie wil: je mag mijn boek lenen na afloop van deze lange dag. Over het boek en waarom het me zo raakte later meer.

Eerst even naar de tweede inspiratiebron: het inmiddels wereldberoemde Bureau Maastricht. Want wat Bureau Maastricht, de simpele oneliners over wat het met ‘ons’ imago doet daargelaten, laat zien is de pijnlijke kant van de staat van onze stad. De dingen die we wellicht niet zien, of wel, dat kan ik niet voor eenieder hier invullen. De zaken die er óók zijn, maar voor velen onbekend blijven. Natuurlijk: het laat ook gewoon zien dat er keiharde criminaliteit zien waar we met man en macht tegen optreden. Maar het laat ook iets anders zien, en daar zie ik de link met dit boekwerk en wat wij vandaag bespreken.

Het laat zien dat er pubers met drugs op straat rondlopen, die gewoon op school horen te zitten. Jonge jongens en meiden, die met school gestopt zijn of voor wie het schoolsysteem niet werkte. In elk geval: de kans op een afgeronde opleiding lijkt klein. Het is precies daarom waarom wij ons als stad, samen met de regio, moeten blijven inzetten om de groep voortijdig schoolverlaters zo klein mogelijk te maken. Waarom we ons, samen met het onderwijs, veel meer moeten inzetten voor maatwerk, doelgroep-arrangementen, laagdrempelige en preventieve zorg op school, Rijke Schooldagen en taalontwikkeling op jonge leeftijd. Maar ook waarom we buitenruimtes in onze stad aantrekkelijk moeten maken voor spelen, samenkomen en vooruit, soms mag je ook best even hangen. Voor de PvdA is Maastricht een stad waar we jonge mensen erbij houden en in al ons beleid nadenken over de toekomstige generaties.

Iets anders dat een diepe indruk achterliet in het programma was een persoon die al dagenlang alleen in de woning lag. Omdat er weinig contact was met buren, familie of anderen maar godzijdank wél een vast boodschappenmoment in de week met een zus, kon voor deze persoon maar net op tijd hulp worden geregeld. Het had zo anders kunnen aflopen. Deze persoon is geen uitzondering, er zijn in onze stad zoveel mensen die eenzaam zijn of zich eenzaam voelen óf – en dat mag ook – een zeer teruggetrokken bestaan leven. Maar er komt een moment waarop iemand hulp nodig heeft, en dat moet kunnen in een Maastricht dat voor haar inwoners klaarstaat.

We zijn daarom blij te lezen dat het college in 2025 actief handen en voeten blijft geven aan het thema verbondenheid: de transformatie van gemeenschapshuizen biedt kansen om per wijk te kijken naar waar echt behoefte aan is voor bewoners. En een investering in de wijkservice punten betekent dat mensen dichtbij huis op een vertrouwde plek hun vragen kunnen stellen en hun gezicht kunnen laten zien. En het siert onze stad dat er ook via de Burgerbegroting steeds meer ideeën worden ingediend om eenzaamheid en alleenzaamheid tegen te gaan.

Van Bureau Maastricht naar het boek van Milio van de Kamp. Misschien moet je iets lager mikken is zijn eigen verhaal, over armoede, kansengelijkheid en alle stigma’s die ermee gepaard gaan. Zijn verhaal is – helaas – niet uniek, en is een wijze les voor iedereen die – en ik reken mijzelf daar ook zeker toe – als niet-ervaringsdeskundige toch iets over armoedebestrijding moet en wil vinden. Ik geef natuurlijk niet te veel spoilers maar in zijn boek deelt Milio zijn ervaringen over hoe het onderwijs hem letterlijk kon maken en breken, dat een goede buur zoveel waardevoller is dan een verre vriend en dat de wijkagent iemand was die je alleen maar argwanend benaderde.

Het boek laat zien wat er gebeurt als we alleen maar praten óver in plaats van praten mét. En als we denken dat elk systeem voor iedereen hetzelfde werkt. Voor onze gemeentelijke begroting geldt dat er ongelofelijk veel instaat dat een directe of indirecte impact heeft op een deel van onze inwoners, een specifieke doelgroep of wijk of een individu in het bijzonder.

We zullen – ook in 2025 – ons moeten inzetten om diegenen die ‘getroffen’ worden door verandering, of het nu in goede of slechte zin is, te blijven bereiken en betrekken. De ontwikkeling van burgerparticipatie, veerkrachtige wijken en de verschillende IHP’s zijn bij uitstek voorbeelden van beleid waarbij we open moeten staan voor input (en kritiek) van degenen die het meest geraakt worden door zulke ontwikkelingen.

Ook in het ruimtelijk domein is dit belangrijk, en we zijn dan ook blij te lezen in de Midterm Review van dit college dat ook bij de ontwikkeling van Campus Randwyck nu ook de omliggende buurten en hun inwoners worden betrokken bij de plannen. En zo wordt in 2025 uitvoering gegeven aan een pilot Autoluw Wyck waarin bewoners en ondernemers elkaar eindelijk lijken te hebben gevonden. De Burgerbegroting blijft wat ons betreft een goede thermometer om te meten welke thema’s leven in de stad – en om mensen de kans te geven met concrete plannen een aanvulling te leveren op ons beleid en uitvoering.

Maar bovenal is het boek een – bij tijden pijnlijke – spiegel om als volksvertegenwoordiger (en dan ook nog ambtenaar in het dagelijks leven) in te kijken. Misschien een hoopvol houvast in een tijd waarin – en daar is het college ook open over in het voorwoord van deze begroting – eigenlijk heel onzeker is wat er vanuit Den Haag nog allemaal op ons af gaat komen. Of wellicht beter gezegd: wat ons nog wordt afgenomen. Om onszelf als PvdA fractie een beetje houvast in die mogelijk barre tijden in deze begroting te geven hebben wij twee moties ingediend, waarvan ik het dictum zal voorlezen:

Allereerst, de motie Limburg gezond vooruit, waarvan het dictum luidt:

VERZOEKT HET COLLEGE:

  • Om binnen de bestaande rol van gemeente Maastricht samen met provincie, deelnemende Limburgse gemeenten, onderwijsinstellingen, zorgorganisaties, zorgverzekeraars en andere relevante partners een Zorg- en Gezondheidscoalitie Limburg te vormen;
  • Met deze coalitie te verkennen welke financieringskansen er in Den Haag en Europa liggen voor een langjarige aanpak van structurele gezondheidsachterstanden en het versterken van het zorglandschap in Limburg;
  • Indien kansrijk, samen een propositie te ontwikkelen gericht op het aanpakken van structurele gezondheidsachterstanden en zorgpartners op te roepen tot het versterken van het zorglandschap;
  • Het vormen van deze coalitie, het uitvoeren van de verkenning en het eventueel opstellen van de propositie te beleggen bij een coördinerend portefeuillehouder en de gemeenteraad periodiek te informeren over de voortgang.

En deze motie wordt mede ingediend door SP, CDA, SPM en SAB

Daarnaast dient mijn fractie, met dank aan collega Addie Redmeijer, een motie in om de budgetten die we krijgen van het Rijk voor de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden (de zogenaamde GAS middelen) ook écht te bestemmen voor het armoedebeleid dat komend jaar herijkt wordt, en daar minstens een deel van vast te leggen voor de aanpak van kinderen in armoede. Het dictum luidt als volgt:

BESLUIT:

  • Het college op te roepen in overleg te treden met betrokken partijen om de stijgende vraag en de gevolgen hiervan in kaart te brengen en hierbij in elk geval het onderwijsveld nauw te betrekken;
  • De €300.000 GAS middelen per jaar te koppelen aan het nieuwe armoedebeleid en hiervan minstens €100.000 per jaar te investeren in de aanpak kinderarmoede.

Om een beetje blijvende hoop op houvast te bieden wil ik afsluiten met een stukje uit dit boek dat gaat over – hoe kan het ook anders als ik het kies – de rol van onderwijs in het leven van Milio.