PvdA wil duidelijkheid over problemen bij Woonpunt
De PvdA-fractie is geschrokken van het harde oordeel van de Autoriteit Woningcorporaties over de financiële situatie van Woonpunt en maakt zich erg zorgen over de consequenties voor de Maastrichtse woningmarkt. Afgelopen week donderdag 14 januari jl. berichtte Dagblad de Limburger over het harde oordeel van de Autoriteit (AW) over de financiële positie en controle van woningcorporatie Woonpunt. Naar aanleiding van het oordeel heeft de AW een verbeterplan geeist van Woonpunt voor 1 februari van dit jaar.
In de afgelopen jaren is het aantal sociale huurwoningen gedaald, zijn de gemiddelde huurprijzen gestegen en de onderhoudsuitgaven van corporaties in Maastricht gedaald. De PvdA-fractie was en is van mening dat deze ontwikkelingen een halt toegeroepen moeten worden. Alleen al omdat de vraag naar betaalbare huurwoningen gestegen is. De PvdA-fractie lanceerde hierover al in juni 2015 een actieplan “Betaalbaar wonen in Maastricht”. Actieplan Betaalbaar Wonen
Nu de Autoriteit Woningcorporaties van Woonpunt eist dat zij met maatregelen komen om haar financiële positie te verbeteren maakt de PvdA-fractie zich zorgen dat dit nog meer negatieve gevolgen zal hebben op de beschikbaarheid en betaalbaarheid van sociale huurwoningen in Maastricht. Dit is reden voor fractieleden Antoine van Lune en Nelleke Barning om vragen te stellen aan het college.
Lees hier de vragen:
De PvdA-fractie heeft de volgende vragen:
1. Sinds wanneer is het college op de hoogte van het harde oordeel van de Autoriteit woningcorporaties?
2. Heeft het college voldoende inzicht in de financiën van Woonpunt gekregen in het kader van het maken van prestatieafspraken?
3. Klopt het dat het college niet bekend was dat de financiële control en positie van de woningcorporatie onvoldoende is?
4. Welke actieve en geplande nieuwbouw/renovatie projecten heeft Woonpunt in Maastricht en wat zijn de verwachtte gevolgen voor deze afzonderlijke projecten?
5. Zijn er activiteiten van Woonpunt buiten Maastricht die van negatieve invloed kunnen zijn op de projecten van Woonpunt in Maastricht? Zo ja, welke activiteiten en in welke mate?
6. In hoeverre zijn de financiële problemen een gevolg van de derivatenportefeuille van Woonpunt die zij n.a.v. het Vestia debacle heeft moeten afbouwen?
7. Wat zijn de mogelijke gevolgen – in termen van verkoop, huurbeleid en onderhoud – voor de volkshuisvesting in Maastricht? (Graag hierbij ingaan op de situatie met en zonder een verdere verscherping van het toezicht door de Autoriteit woningcorporaties)
8. Indien dit niet duidelijk is, gaat het college dan de gevolgen in kaart brengen? Zo ja, op welke termijn en wanneer wordt de gemeenteraad hiervan geïnformeerd?
9. Wat betekent de brief en de daaruit vloeiende opdracht aan Woonpunt voor de prestatieafspraken voor 2016?
10. Welke stappen heeft het college genomen naar aanleiding van de toezichtbrief? En wat zijn de uitkomsten daarvan?
11. Welke stappen is het college van plan om nog te zetten naar aanleiding van de toezichtbrief? En op welke wijze zal dit een bijdrage leveren aan het voorkomen dan wel verminderen van de negatieve gevolgen voor de volkshuisvesting in Maastricht?
12. Hoe kijkt het college aan tegen het oordeel van de Aw in de toezichtbrief aan Servatius en Maasvallei?