Via diverse kanalen ontvingen wij signalen dat u verschillende speeltoestellen in de stad gaat verwijderen, omdat er geen geld meer is voor herstel en onderhoud van de toestellen. De PvdA vindt dit een slechte zaak. Nog maar kort geleden bleek immers uit een onderzoek van Jantje Beton dat één op de zeven kinderen nooit buiten speelt. [1]
Dit verontrustende onderzoek zou reden moeten zijn om te komen met een actieplan in plaats van het doorvoeren van bezuinigingen op speeltoestellen. De PvdA vindt deze keuze niet uit te leggen in deze tijd en bovendien lijkt deze keuze haaks te staan op het coalitieakkoord “Onbegrensd en ontspannen”.
Maren Slangen en Didier Jacobs hebben dan ook de volgende vragen aan het college:
- In welke buurten/straten zijn er de afgelopen 2 jaar speeltoestellen verwijderd vanwege een gebrek aan budget om de toestellen te herstellen of te vervangen? Welke speeltoestellen staan op de lijst om verwijderd te worden vanwege een gebrek aan budget?
- Welk bedrag is jaarlijks begroot voor beheer, onderhoud en vervanging van speeltoestellen? Welk bedrag komt de gemeente jaarlijks tekort om alle speeltoestellen te behouden?
- Is er nagedacht over manieren om het beheer en onderhoud van de toestellen over te dragen aan de buurt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was hiervan het resultaat?
- Op welke wijze worden buurten betrokken bij het mogelijk verwijderen van speeltoestellen?
Natuurlijk dragen de ouders een grote verantwoordelijkheid op het gebied van het leren en laten spelen van kinderen. De PvdA is zeer benieuwd wat het stadsbestuur gaat doen aan het feit dat kinderen weinig buiten blijken te spelen.
- Deelt het college de mening van de PvdA dat het een slechte zaak is dat steeds minder kinderen buiten spelen? Wat gaat het stadsbestuur doen aan het gegeven dat steeds minder kinderen buiten spelen?
- Is het college bereid om zelf initiatieven te ontplooien of zich aan te sluiten bij de verschillende initiatieven die Jantje Beton ontplooit zoals het NK stoepranden of de Nationale Buitenspeeldag?
Voor de behandeling van de jaarrekening 2018 heeft de PvdA technische vragen gesteld over het financiële resultaat ten aanzien van speelvoorzieningen (vraagnr B-7-15, pagina 27 “Beantwoording van technische vragen Rekening 2018”). Met de huidige berichten over het verdwijnen van speeltoestellen in het achterhoofd, heeft de PvdA daarom de volgende vervolgvragen aan het college:
- In de beantwoording wordt aangegeven dat sinds 2010 alleen nog overgegaan wordt tot vervanging als er niet meer aan wettelijke veiligheidseisen wordt voldaan. Welk raadsbesluit ligt aan deze beleidskeuze ten grondslag?
- Verder wordt gesteld dat deze werkwijze van toepassing blijft tot de nota Beweegvriendelijk Maastricht wordt vastgesteld door de raad. Oorspronkelijk zou deze nota begin 2018 vastgesteld worden. Eerst dient echter besluitvorming rondom de omgevingsvisie afgerond te zijn. Dit betekent dat de nota Beweegvriendelijk Maastricht een vertraging van meer dan 2 jaar heeft opgelopen. In de tussentijd worden speeltoestellen dus niet meer vervangen. Deelt het college de mening van de PvdA dat deze enorme vertraging een nieuwe afweging aangaande het beleid ten aanzien het onderhouden en vervangen van speeltoestellen rechtvaardigt?
- Er is een bedrag van 70.000 euro gestort in de reserve sport- en speelvoorzieningen ter dekking van de nog in ontwikkeling zijnde nota Beweegvriendelijk Maastricht. Hoe groot is het bedrag van deze reserve? Welke besluitvorming ligt ten grondslag aan het aanwenden van deze reserve ten behoeve van de nota Beweegvriendelijk Maastricht?