Balans tussen student en stad vraagt meer dan alleen extra regels
Dat Maastricht een echte studentenstad is, is in de afgelopen jaren steeds duidelijker geworden door de flinke groei van de universiteit en hogeschool. Ook is de studentenpopulatie internationaler geworden en wonen studenten gemiddeld korter in Maastricht. Deze groei van de onderwijsinstellingen heeft de stad veel opgebracht. De economie is gegroeid en dynamischer geworden. Jarenlang hoefde de gemeente geen actief beleid te voeren als studentenstad. Het ging goed en de problemen bleven beperkt tot incidenten. Maar tevreden achterover leunen kan nu niet meer. In de afgelopen maanden is immers de onrust onder buurtbewoners in buurten als Limmel, Brusselsepoort en Belfort fors toegenomen. De oorzaak van deze onrust is de toename van de hoeveelheid studentenhuizen in de wijken. Volgens de buurtbewoners is de balans zoek en is er veel overlast.
Vanuit de politie is er een studentagent, maar de politie en handhaving van de gemeente blijken in de praktijk onvoldoende op elkaar ingespeeld. Bovendien wordt er niet altijd gehandhaafd als daarom wordt gevraagd door de buurt. Buurtbewoners weten eigenlijk ook niet goed bij wie zij moeten zijn in het geval van problemen. Hierdoor voelen buurtbewoners zich in de steek gelaten. Dit moet en kan beter.
Ik heb mij verzet tegen de versoepeling van de regels in 2015, waardoor de splitsing van woningen gemakkelijker is gemaakt voor huiseigenaren. Ik verbaas mij daarom niet dat uit deze buurten nu een sterke roep om extra regels komt om in hun wijken de groei van het aantal studentenhuizen een halt toe te roepen. Ik sluit mij aan bij het voorstel van bewoners in Brusselsepoort-Oost om nu snel een leefbaarheidstoets in te voeren, zodat het aantal studentenwoningen niet verder stijgt in de wijken waar de leefbaarheid onder druk staat. Maar zo’n toets alleen lost de huidige spanningen tussen buurtbewoners en studenten natuurlijk niet op. Er is meer nodig!
Eind 2013 stelde de gemeenteraad een actieprogramma ‘student en stad’ vast. Dat was niet voor niet, want er werden maar liefst meer dan 60 actiepunten geformuleerd. Veel werk aan de winkel voor de stad en haar bewoners dus. De eerste noodzakelijke stappen werden snel gezet, maar naar mate de tijd vordert, beginnen de resultaten op te drogen. En dat terwijl de urgentie niet minder is geworden. Wethouder Damsma moet met in het achterhoofd de toegenomen onrust bij buurtbewoners voor 2016 en 2017 daarom rap met geactualiseerde en duidelijke doelstellingen komen voor het actieprogramma ‘student en stad’.
Een initiatief vanuit de verhuurders moet in dit verband volgens mij serieus worden bekeken. De vereniging van verhuurders wil een keurmerk ontwikkelen voor studentenhuizen. Een dergelijk keurmerk is hard nodig. Huren zijn vaak te hoog en verhuurders zijn vaak niet aanspreekbaar op overlast door bewoners of onderhoud van het pand. Een keurmerk voor studentenwoningen kan echter alleen rekenen op het vertrouwen van buurtbewoners en studenten als er ook onafhankelijk toezicht op het keurmerk is. Het is aan de wethouder om samen met de universiteit en hogeschool in samenwerking met de verhuurders en de buurtbewoners tot een werkbaar model van kwaliteitscontrole en toezicht te komen.
Naar aanleiding van gesprekken die ik en andere fractieleden hebben gevoerd, onder andere met bewoners van Brusselsepoort-Oost en het Bosschstraatkwartier, vind ik dat wethouder Gerats ook eens de inzet op buurtgericht werken grondig zou moeten heroverdenken. De spanningen in de verschillende wijken toont immers het gemis van het buurtgericht werken aan. Door vroege signalering van problemen en buurtbemiddeling kunnen veel situaties van overlast en ergernis klein gehouden en opgelost worden. Hierin zouden buurtagenten in samenwerking met de studentagent een ondersteunende rol moeten spelen.
Er is voor deze wethouders samen met het college en de gemeenteraad dus een stevige klus te klaren. Daar kan niet mee gewacht worden tot na de zomer. Al voor het einde van het zomerreces zullen niet alleen betere regels moeten komen voor studentenwoningen, maar ook aanvullende acties om de balans tussen student en stad terug te brengen.
Antoine van Lune